Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
Spreken Vragen stellen over een taak (klas2):

Vragen stellen over een taak (klas2)

 

Zoals een van de kinderen op de projectschool het verwoordde: "Vaak vragen juffen alleen maar wat ze toch al weten. Ik denk omdat ze bang zijn dat ik het niet weet". Oprecht zijn in gesprekken met kinderen betekent soms ook dat je benoemt wat je zelf als leerkracht niet handig doet:

 

Juf:

 

Let op. Gisteren hebben jullie kaartjes van mij gekregen (ansichtkaarten), maar die krijg je niet zomaar terug. Ik ga ze hier op de tafel leggen en dan moet je zeggen hoe die van jou eruit ziet, je mag niet wijzen. En als de ander dan weet welke het is, dan krijg je het terug.

Nadia:

Ik snap het helemaal niet...wat moet ik doen?

Juf:

Ah, je merkt het wel. Ik leg het een beetje onhandig uit, maar ik zal het straks nog eens zeggen, dan kom je er vanzelf achter.

Nadia:

Ik snap het nog steeds niet helemaal...

Juf:

Lindsay, wil jij vertellen hoe ziet jouw kaart eruit?

Lindsay:

Ik weet niet goed wat er op staat, er staan geen beesten op er zijn wel mensen, het lijkt een beetje op een café. Daar lijkt het op.

Juf:

Wie wil eens gaan kijken of ie de kaart van Lindsay  kan vinden. Wie vindt het leuk om dat uit te proberen? Ze heeft verteld er staan wel mensen op en het lijkt een beetje op een cafeetje. Nadia nu mag jij rondlopen en kijken of je kan vinden welke kaart van haar is.

(Nadia wijst twee keer een kaart aan met de vraag: ‘Is het deze?’ Het antwoord is twee keer nee)   

Juf:

Misschien, Lindsay kun je nog zeggen welke kleuren je erop ziet.

Lindsay:

Er zijn geen kleuren in. Het is gewoon grijs.

Nadia:

Is het deze?

Lindsay:

Ja.

 

(In schema gespreksvaardigheid en spreekvaardigheid: institutionele communicatie; vragen stellen over taak, klas 2)